Pagina's

zaterdag 19 september 2015

Slijm verwijderen uit de longen

Reuze vervelend natuurlijk als je niet kunt slapen van al dat slijm wat steeds overal blijft hangen. In het Erasmus was de fysio hier al voor geweest maar ik was de meeste oefeningen weer kwijt. Even naar Google en, voilà
Ik hoop dat je er wat aan heb, ik heb er in ieder geval wel baat bij. Ik gebruik er ook nog broomhexadine bij omdat al vanaf de laatste ziekenhuisperiode geen slijm loskwam en het wel aangetoond onderin de linkerlong zit. Buiten dat er dan helemaal geen zuurstof meer doorkan ligt dit dan gewoon een beetje te rotten en ontsteken en dat moeten we niet hebben.


Als het slijm zich onder in de long(en) ophoopt, is het belangrijk om te zorgen dat de onderkant van uw ribbenkast hoger ligt dan uw keel. Dit kan op de volgende drie manieren:
  • U gaat op handen en knieën zitten en legt uw hoofd op uw handen (zie figuur 3).
  • U gaat op uw buik liggen met een dik kussen onder het bekken, zodat uw hoofd lager ligt dan uw bekken.
  • Bij slijmophoping in één long kunt u op uw zij gaan liggen, met de te reinigen long boven. U legt een kussen onder het bekken, zodat uw hoofd lager ligt dan uw bekken.

De oefeningen

Kom eerst vijf minuten tot rust door rustig en ontspannen in- en uit te ademen. Daarna kunt u gebruik maken van de volgende vijf technieken, die u in onderstaande volgorde kunt uitvoeren:
  1. Buikademhaling: Leg uw handen op uw buik, probeer bij het inademen uw buik naar uw handen te laten komen. Bij het uitademen mag u de navel iets intrekken. Neem voldoende tijd voor het uitblazen. 
  2. Diep in- en uitademen: Luchtstroming in de longen brengt het slijm in beweging. Breng slijm dat vastzit in beweging door diep in- en uit te ademen. De lucht moet vooral langs de plaats stromen waar het slijm vastzit. Leg daarom uw hand op die plek op de ribbenkast (bij slijm in deel B een handbreedte onder de oksel, bij slijm in C op de onderste ribben). Adem langzaam in door uw neus en uit door uw mond. Houd hierbij uw lippen licht op elkaar. Probeer de lucht naar de plek te sturen waar uw hand op de ribbenkast ligt. 
  3. Huffen: Als het slijm loskomt, moet het naar de luchtpijp toe. U gebruikt daarvoor de techniek van het ‘huffen’. U ademt in en stoot de lucht in één keer uit. Dit is net zoals u bijvoorbeeld uw brillenglazen laat beslaan voordat u ze oppoetst. Adem de eerste keer weinig lucht in en huf kort. Adem vervolgens dieper in en huf lang.
    Neem de tijd voor het huffen. Soms moet het slijm over een afstand van 15 centimeter van de buitenkant van de long naar het midden van de long glijden. Dat lukt niet in een paar minuten. Zeker niet als het slijm heel taai is. 
  4. Flutteren: Om het slijm lost te trillen, kunt u gebruik maken van een ‘flutter’ of door met uw vinger de uitademing steeds even te stoppen. U blijft uitblazen door uw lippen maar u legt steeds één tel uw vinger tegen de lippen zodat de lucht er niet uit kan. 
  5. Hoesten: Als u voelt dat het slijm bijna bij uw keel is aangekomen, kunt u gaan hoesten. Adem voor het hoesten goed in, zodat u veel lucht voor de hoeststoot kunt gebruiken. Krijgt u een hoestprikkel terwijl het slijm nog niet hoog genoeg is gekomen, probeer de prikkel dan af te remmen door: 
    • te slikken 
    • wat te drinken; 
    • oppervlakkig te ademen door een tuutje met uw lippen te maken (fluiten zonder geluid); 
    • te snuiven; 
    • of door gapend in te ademen. 
  6. Varieer bovenstaande oefeningen door meer of minder lucht in te ademen of door de lippen meer of minder op elkaar te houden.
Kort samengevat:
  • Elk uur vijf keer diep in- en uitademen: 
    • buikademhaling, door de neus in, door de mond met getuite lippen weer uit;
    • twee keer huffen;
    • bij vastzittend slijm ‘fluttertechniek’ gebruiken;
    • hoest alleen als het slijm hoog genoeg zit.